Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de detailhandel of distributie die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen en draagt bij tot de voedselveiligheid door relevante informatie door te geven die nodig is om een levensmiddel te traceren, waarbij hij meewerkt aan de door de producenten, de verwerkers, de fabrikanten en/of de bevoegde autoriteiten ondernomen actie. 0000092367 00000 n
4. 1. 2. Hij stelt de bevoegde autoriteiten in kennis van de maatregelen die hij heeft genomen om risico's als gevolg van het gebruik van dat diervoeder te voorkomen, en verhindert of ontmoedigt niemand om overeenkomstig de nationale wetgeving en de juridische praktijk, met de bevoegde autoriteiten samen te werken, indien hierdoor een risico in verband met een diervoeder kan worden voorkomen, beperkt of weggenomen. Zij verstrekt onafhankelijke informatie over alle aangelegenheden op die gebieden en verzorgt de communicatie inzake risico's.3. 0000124978 00000 n
5. Het vertrouwen van de consument en de handelspartners moet worden gewaarborgd door op open, transparante wijze levensmiddelenwetgeving tot stand te brengen, en doordat de overheid de nodige stappen neemt om het publiek te informeren als er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat een levensmiddel een risico voor de gezondheid kan inhouden. 2377/90, Richtlijn 75/319/EEG van de Raad(27) en Richtlijn 81/851/EEG van de Raad(28) onverlet.Artikel 64Aanvang van de werkzaamheden van de AutoriteitDe Autoriteit vangt haar werkzaamheden aan op 1 januari 2002.Artikel 65InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.De artikelen 11, 12 en 14 tot en met 20 zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2005.De artikelen 29, 56, 57, 60 en 62, lid 1, zijn van toepassing met ingang van de datum waarop de leden van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels benoemd worden. 1. 6:178 BW - BW - Artikel 178 Burgerlijk Wetboek Boek 6 - b. de schade is veroorzaakt door een natuurgebeuren van uitzonderlijke, onvermijdelijke en onweerstaanbare aard, behoudens de in artikel 177 lid 1 bedoelde ondergrondse natuurkrachten in het geval van dat artikel; 4. Er moet een herziening komen van de reeds bestaande communautaire gegevensverzamelingsnetwerken op de onder de Autoriteit ressorterende gebieden. 1553/2001 (PB L 205 van 31.7.2001, blz. "risicomanagement": van risicobeoordeling te onderscheiden proces waarin de beleidsalternatieven in overleg met de belanghebbenden tegen elkaar worden afgewogen, rekening houdende met de risicobeoordeling en andere legitieme factoren, en, zo nodig, de passende preventie- en beheersingsmaatregelen worden gekozen;13. Uit recente voedselcrises is gebleken dat er een verbeterd en verruimd systeem voor snelle waarschuwing moet worden opgezet dat levensmiddelen en diervoeders omvat. De Commissie geeft deze informatie onmiddellijk door aan de leden van het netwerk.De Autoriteit kan deze kennisgeving aanvullen met alle wetenschappelijke en technische informatie die het ondernemen van snelle, passende risicomanagementactie door de lidstaten vergemakkelijkt.3. (58) Deelname van Europese landen die geen lidstaat van de Europese Unie zijn en die overeenkomsten hebben gesloten op grond waarvan zij de communautaire wetgeving op het door deze verordening bestreken gebied moeten omzetten en uitvoeren, moet mogelijk zijn. De twee betrokken lidstaten en de Commissie stellen alles in het werk om het probleem op te lossen. 2. Niet de omvang, maar het aantal verbindingen in de hersenen maakt dat mensen vermogens hebben die apen missen. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/41/EEG (PB L 158 van 11.6.1992, blz. De leden van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels verbinden zich ertoe onafhankelijk van elke invloed van buitenaf te handelen. 0000001303 00000 n
Bepalingen voor de toepassing van de leden 1 tot en met 4 met betrekking tot bepaalde sectoren kunnen volgens de procedure van artikel 58, lid 2, worden vastgesteld. 1. 1. De regels voor de toepassing van lid 1 en lid 2 worden, na raadpleging van de Autoriteit door de Commissie vastgesteld volgens de procedure van artikel 58, lid 2. 1). ... 2002. 4. In het algemene plan worden de soorten situaties vastgelegd waarin directe of indirecte risico's voor de gezondheid van de mens als gevolg van levensmiddelen of diervoeders optreden die waarschijnlijk niet met behulp van de bestaande voorzieningen voorkomen, weggenomen of tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht kunnen worden of die met toepassing van de artikelen 53 en 54 alleen niet op toereikende wijze kunnen worden beheerst.In het algemene plan worden tevens de praktische procedures voor het managen van een crisis vastgelegd, met inbegrip van de te hanteren transparantiebeginselen en een communicatiestrategie.Artikel 56Crisiseenheid1. De uitvoerend directeur bepaalt het aan te rekenen bedrag voor andere door het Bureau verleende diensten dan die welke in bijlage I zijn vermeld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het Uniemerkenblad, het Publicatieblad van het Bureau en elke andere publicatie van het Bureau. 5. 1). 20). Bij de beoordeling of een levensmiddel ongeschikt is voor menselijke consumptie, wordt bezien of een levensmiddel onaanvaardbaar is voor menselijke consumptie, gelet op het gebruik waarvoor het is bestemd, als gevolg van verontreiniging door vreemd materiaal of anderszins, of door verrotting, kwaliteitsverlies of bederf. De exploitanten van levensmiddelenbedrijven en diervoederbedrijven moeten beschikken over systemen en procedures waarmee kan worden vastgesteld aan welke bedrijven zij hun producten hebben geleverd. "traceerbaarheid": mogelijkheid om een levensmiddel, diervoeder, voedselproducerend dier of stof die bestemd is om in een levensmiddel of diervoeder te worden verwerkt of waarvan kan worden verwacht dat zij daarin wordt verwerkt, door alle stadia van de productie, verwerking en distributie te traceren en te volgen;16. De uitvoerend directeur voert de begroting van de Autoriteit uit.2. De Autoriteit kan bepaalde werkzaamheden aan die organisaties opdragen, in het bijzonder voorbereidende werkzaamheden voor wetenschappelijke adviezen, wetenschappelijke en technische bijstand, verzameling van gegevens en opsporing van nieuwe risico's. trailer
<<
/Size 135
/Info 89 0 R
/Root 91 0 R
/Prev 315202
/ID[]
>>
startxref
0
%%EOF
91 0 obj
<<
/Type /Catalog
/Pages 86 0 R
>>
endobj
133 0 obj
<< /S 849 /Filter /FlateDecode /Length 134 0 R >>
stream
De Autoriteit zendt de beoordeling van nieuwe risico's en de daarover verzamelde informatie aan het Europees Parlement, de Commissie en de lidstaten.Artikel 35Systeem voor snelle waarschuwingenOm haar taken in verband met de gezondheids- en voedingsrisico's van levensmiddelen optimaal uit te kunnen voeren, ontvangt de Autoriteit alle berichten via het systeem voor snelle waarschuwingen. De uitvoerend directeur stelt jaarlijks tijdig vóór de in lid 5 genoemde datum een raming op van de ontvangsten en uitgaven van de Autoriteit voor het volgende begrotingsjaar en zendt die, tezamen met een overzicht van de voorlopige personeelsformatie, aan de raad van bestuur.4. Bij de oprichting van de Autoriteit worden de volgende wetenschappelijke panels ingesteld:a) het panel voor levensmiddelenadditieven, aroma's, technische hulpstoffen en materialen die met levensmiddelen in aanraking komen;b) het panel voor toevoegingsmiddelen en producten of stoffen die in de diervoeding worden gebruikt;c) het panel voor de gezondheid van gewassen, gewasbeschermingsmiddelen en de residuen daarvan;d) het panel voor genetisch gemodificeerde organismen;e) het panel voor dieetproducten, voeding en allergieën;f) het panel voor biologische gevaren;g) het panel voor contaminanten in de voedselketen;h) het panel voor diergezondheid en dierenwelzijn.Het aantal en de namen van de wetenschappelijke panels kunnen op verzoek van de Autoriteit door de Commissie volgens de procedure van artikel 58, lid 2, worden aangepast in het licht van de technische en wetenschappelijke ontwikkelingen.5. 3. 4. 2. (3) Advies uitgebracht op 14 juni 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad)(4) Advies uitgebracht door het Europees Parlement op 12 juni 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 17 september 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad), beschikking van het Europees Parlement van 11 december 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 21 januari 2002. (9) PB L 371 van 30.12.1987, blz. Het Europees Parlement verleent de uitvoerend directeur van de Autoriteit op aanbeveling van de Raad kwijting voor de uitvoering van de begroting.Artikel 45Door de Autoriteit ontvangen vergoedingenBinnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening brengt de Commissie, na raadpleging van de Autoriteit, de lidstaten en de belanghebbenden, een verslag uit over de mogelijkheid en wenselijkheid van indiening in het kader van de medebeslissingsprocedure en overeenkomstig het Verdrag van een wetgevingsvoorstel voor andere door de Autoriteit verleende diensten.AFDELING 6ALGEMENE BEPALINGENArtikel 46Rechtspersoonlijkheid en voorrechten1. L 031 van 01/02/2002 blz. De uitvoerend directeur kan vertegenwoordigers van het Europees Parlement en van andere bevoegde organen uitnodigen daaraan deel te nemen. Door de Autoriteit ontvangen vergoedingen. (63) De maatregelen ter uitvoering van deze verordening moeten worden aangenomen overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(18). De Autoriteit, de Commissie en de lidstaten werken samen om een effectieve samenhang tussen risicobeoordelings-, risicomanagement- en risicocommunicatietaken te bevorderen.9. Het personeel van de Autoriteit is onderworpen aan de verordeningen en regelingen die van toepassing zijn op de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen. De autoriteiten die informatie ontvangen die onder het beroepsgeheim valt, dragen zorg voor de bescherming daarvan overeenkomstig lid 1. 26. Zij tracht overlapping met de onderzoekprogramma's van de lidstaten en de Gemeenschap te vermijden en bevordert de samenwerking door middel van goede coördinatie. 5. Met name moet de Autoriteit bepaalde taken kunnen opdragen aan organisaties in de lidstaten. In de gevallen waarin naar dit artikel wordt verwezen, is de procedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG met inachtneming van artikel 7 en artikel 8 van dat besluit van toepassing.3. De eerste ambtstermijn bedraagt evenwel zes jaar voor de helft van de leden. De lidstaten handhaven de levensmiddelenwetgeving en gaan na of de exploitanten van levensmiddelenbedrijven en diervoederbedrijven de toepasselijke voorschriften van de levensmiddelenwetgeving in alle stadia van de productie, verwerking en distributie naleven. In deze verordening wordt verstaan onder "levensmiddel" (of "voedingsmiddel"): alle stoffen en producten, verwerkt, gedeeltelijk verwerkt of onverwerkt, die bestemd zijn om door de mens te worden geconsumeerd of waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij door de mens worden geconsumeerd. De raad van bestuur stelt jaarlijks uiterlijk 31 maart de ontwerp-raming vast met inbegrip van de voorlopige personeelsformatie en het voorlopige werkprogramma en zendt die naar de Commissie en naar de staten waarmee de Gemeenschap overeenkomsten gesloten heeft als bedoeld in artikel 49. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/57/EG van de Commissie. De Autoriteit benut alle informatie die zij bij de uitvoering van haar taken ontvangt om een nieuw risico op te sporen.4. 0000002263 00000 n
1. Diervoeders die aan specifieke communautaire bepalingen van de levensmiddelenwetgeving voldoen, worden veilig geacht voorzover het de aspecten betreft die onder die specifieke communautaire bepalingen vallen. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad, tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden. "detailhandel": het hanteren en/of verwerken van levensmiddelen en het opslaan daarvan op de plaats van verkoop of levering aan de eindverbruiker, inclusief distributieterminals, cateringdiensten, bedrijfskantines, institutionele maaltijdvoorziening, restaurants en andere soortgelijke diensten voor voedselvoorziening, winkels, distributiecentra voor supermarkten en groothandelsbedrijven;8. (53) De Commissie blijft volledig verantwoordelijk voor de communicatie van de risicomanagementmaatregelen; derhalve moet de relevante informatie tussen de Autoriteit en de Commissie worden uitgewisseld; er is ook nauwe samenwerking tussen de Autoriteit, de Commissie en de lidstaten nodig om de samenhang van het algemene communicatieproces te waarborgen. Een afwijzing wordt ten overstaan van de verzoekende instelling of lidstaat/lidstaten gemotiveerd. Door een risicoanalyse te verrichten alvorens dergelijke maatregelen vast te stellen, kan gemakkelijker vermeden worden dat onterechte belemmeringen voor het vrije verkeer van levensmiddelen worden opgeworpen. Presidential Decree No. 9. 26. Bij de beoordeling of een levensmiddel schadelijk voor de gezondheid is, worden de volgende punten in aanmerking genomen:a) niet alleen het vermoedelijke onmiddellijke en/of kortetermijn- en/of langetermijneffect dat het levensmiddel heeft op de gezondheid van iemand die het consumeert, maar ook het effect op diens nakomelingen;b) de vermoedelijke cumulatieve toxische effecten;c) de bijzondere fysieke gevoeligheden van een specifieke categorie consumenten ingeval het levensmiddel voor die categorie consumenten bestemd is.5. De raad van bestuur stelt op voorstel van de uitvoerend directeur een lijst op van door de lidstaten aangewezen bevoegde organisaties die de Autoriteit, afzonderlijk of in netwerken, bij de uitoefening van haar opdracht kunnen bijstaan, en maakt die lijst openbaar. "primaire productie": de productie, het fokken en het telen van primaire producten tot en met het oogsten, het melken en de productie van landbouwhuisdieren, voorafgaande aan het slachten; dit begrip omvat tevens de jacht, de visvangst, en de oogst van wilde producten;18. (2) Bij de uitvoering van het beleid van de Gemeenschap dient een hoog niveau van bescherming van het leven en de gezondheid van de mens te worden gewaarborgd. De verantwoordelijkheid voor het beheer van het netwerk berust bij de Commissie. Na de vaststelling van de algemene begroting van de Europese Unie door de begrotingsautoriteit stelt de raad van bestuur de definitieve begroting en het definitieve werkprogramma van de Autoriteit vast, waarbij hij deze zo nodig aan de bijdrage van de Gemeenschap aanpast. De Autoriteit vangt haar werkzaamheden aan op 1 januari 2002. 56/2002 van 28 maart 2002, heeft het Arbitragehof, in artikel 216quinquies, § 1, eerste lid, de woorden " of in vrijheid is gesteld met inachtneming van de voorwaarden omschreven in de artikelen 35 en 36 van voornoemde wet " vernietigd, zie B.S.